(door: Koos Neijnens)

We genieten van de laatste vakantiedagen. Maandag gaan de kinderen weer naar school. Veel Weertenaren vierden dit jaar vakantie in eigen land en brachten bijvoorbeeld een bezoek aan zwembad de IJzeren Man, de kinderboerderij, de speeltuin of het klimbos.

Dat hier ooit en prachtig paviljoen stond, zullen weinig mensen meer weten. Het paviljoen stond vlak bij het huidige dagstrand aan het eind van de waterplas. Enige tijd is het gebouw niet als paviljoen gebruikt, maar woonde hier de familie Schuman. De jongste van de acht kinderen, Sjraar, is hier in 1940 geboren. De andere kinderen Schuman zijn volgens Sjraar geboren onder de poort van Hêlmus (Jorissen) aan de Hogesteenweg. In 1941 moest het gezin Schuman het paviljoen weer verlaten, omdat de Duitsers het gebouw als munitieopslagplaats gingen gebruiken. De Schumans gingen weer terug naar de binnenstad en vonden onderdak in een garage van Simar op de hoek van de Beekstraat en de Hoge Kei.

Sjraar Schuman kent nog alle bewoners met naam en bijnaam uit de omgeving van de Hoge Kei, Hogesteenweg, Beekstraat, Hegstraat en Morregat uit de jaren vijftig. Als stadsgidsen hebben wij Sjraar geïnterviewd en zijn verhalen en fotomateriaal op film vastgelegd. Zo vertelde Sjraar dat een van zijn broers stiekem bij de Duitse munitieopslag in het paviljoen een aantal handgranaten had weggehaald. Die verkocht hij voor een paar centen aan bekenden. Zo ook aan de jonge Cis Smeets, later bekend als Cis de Kapper, die toen aan de Weerterbeekweg woonde. Cis verstopte de granaat met een draadje onder zijn bedspiraal.

Toen moeder Smeets een paar dagen later onder het bed poetste, viel de granaat op de grond. Cis kreeg natuurlijk zijn oren gewassen. Stel je eens voor dat die granaat ontploft was: Cis was nooit beroemd geworden als kapper en de Zweeloeëre van Leuken zouden nooit hebben bestaan.

Bron: Weert Magazine