Dagblad de Limburger (27.04.2021)
DOOR SIMON DOESBORGH

Jarenlang zetten Yvonne (74) en Jan Lemmen (79) zich in voor vluchtelingen in het Weerter asielzoekerscentrum. Het echtpaar werd gistermiddag door waarnemend burgemeester Ina Leppink-Schuitema benoemd tot lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Een totale verassing”, reageert Yvonne Lemmen als ze deze maandag de voordeur opent voor een menigte die haar applaudisserend toelacht. Burgemeester Leppink-Schuitema staat al klaar met de lintjes en twee boeketten bloemen, die het stel enigszins overdonderd in ontvangst neemt.

De burgemeester geeft bij beide een beknopte opsomming van hun bijdragen aan de maatschappij: tot 2012 is Yvonne Lemmen-Lagarde in Gouda werkzaam geweest op de spoedeisende hulp van het Groene Hart Ziekenhuis. Ze is coördinator bij Stichting Humanitas.

Jan Lemmen was tot 2012 stadsgids in Gouda. Na zijn komst naar Weert had hij de lokale geschiedenis binnen een jaar bestudeerd, en werd ook in Limburg stadsgids. Hij is nu secretaris van Stadsgidsen Weert en vrijwilliger bij Stichting de Aldenborgh. Sinds 2019 is hij lid van de commissie Cultuurhistorie gemeente Weert.

Maar Leppink prijst vooral hun enorme bijdrage aan de integratie van een stroom Syrische vluchtelingen die in 2014 in het Weerter asielzoekerscentrum neerstreken. Yvonne werd hiervoor in 2014 door het Rode Kruis benaderd, met het verzoek of zij de administratie voor haar rekening wilde nemen.

„Ik wist er eigenlijk nauwelijks iets van af”, lacht ze. „Mijn man raadde het in eerste instantie af; hij zei dat ‘een paar uurtjes per week’ altijd op een hoop meer tijd uitdraait. Na drie weken heb ik toch de knoop doorgehakt en zodoende ben ik in het wereldje gerold.”

Vanaf dat moment raakte ze betrokken bij allerlei aspecten van het vluchtelingenwerk. „Het ging veel verder dan louter administratief werk. Zo heb ik bijvoorbeeld een vluchtelingengezin in Eindhoven geholpen met het verven van hun nieuwe woning, en een alleenstaande moeder bijgestaan door voor de kinderen te zorgen.”

Het duurde niet lang voordat Jan ook betrokken raakte bij het project. Toen het Rijk ervan afzag om de vluchtelingen taalles te bieden, besloot hij hen zelf maar de Nederlandse taal bij te brengen. „In eerste instantie zou ik alleen ondersteunend werk bieden”, verklaart hij. „Maar een beoogde leraar trok zich op het laatste moment terug. Daarom heb ik uiteindelijk vier jaar in mijn eentje lesgegeven.”

Al die tijd heeft het koppel steun kunnen vinden bij elkaar. Bij zowel Jan als Yvonne overheerst een gevoel van trots. Maar dat ze nu koninklijke erkenning hebben gekregen voor hun vele werk, betekent niet dat ze het rustig aan gaan doen. „We zijn nog volop actief”, zegt het stel. Jan schrijft boeken over de historie van Weert en blijft actief als stadsgids.

Yvonne werkt met dementerende ouderen. „Het geeft ons energie om mensen te helpen, dus daar gaan we zo lang mogelijk mee door.”

Bron: De Limburger