Hij is nogal een volks type. Houdt van vastelaovendj, is trots op zijn Wieërt en ook al heeft hij een hekel aan het woord, hij is een echt ‘mensen-mens’. Dat je na je werkzame leven je talenten moet blijven benutten, wilde hij na zijn pensioen gaan bewijzen. En toen besloot het leven anders.
Koos (68) werkte altijd binnen de volkshuisvesting. Dat deed hij eerst 19 jaar bij verschillende gemeenten en daarna bijna 25 jaar bij woningcorporatie Wonen Limburg. Koos: “Ik had na de HBS niet meteen een uitgestippeld plan. Ik leerde er ooit: “Meten is weten’. Wat mij betreft noemen we het ‘Meten is vergeten’. Ik heb namelijk altijd mijn gevoel gevolgd. Maatschappelijk ondernemen en iets kunnen betekenen voor andere mensen was daarin altijd de leidraad. Als wijkontwikkelaar ontmoette ik veel verschillende mensen met al hun uiteenlopende woonwensen en bijbehorende verhalen. Een van de projecten waar ik nog altijd trots op ben is ‘Campus Servilius’. Het eerder met drugs- en lawaaioverlast geplaagde wooncomplex aan de Serviliusstraat. Het werd gerenoveerd en er werden topsporters en andere talenten gehuisvest. Het project won zelfs de Hein Roethofprijs in 2011 voor het beste initiatief om criminaliteit te voorkomen of sociale veiligheid te bevorderen. Ook aan de grote renovatie van de vooroorlogse woningen in de wijk Fatima droeg ik mijn steentje bij. Dat was voor alle betrokkenen een intensief, emotioneel proces met een prachtig resultaat voor Weert.”
Van Stadspreens naar stadsgids
Met zijn groepje ‘De Keimusse’ is hij jarenlang onderdeel van de grote Optocht en trad hij op op de Bonte Aovendje en Wichtermiddige van de Rogstaekers.
In 2009 wordt Koos Stadsprins. In 2011 neemt hij met enkele andere aod preense het initiatief voor de ‘Plevuûze Paad’. Een Vastelaovendj cultuurwandeling door de Weerter binnenstad met van elke Aod Preens een unieke tegel. De plavuizen worden gemaakt door leerlingen van Weerter basisscholen en cliënten van Atelier 88 van de Stichting PSW Midden-Limburg. “Het is geweldig om ook de kinderen die van huis uit de Weerter cultuur niet hebben meegekregen, te leren over hét volksfeest van Limburg!”
Als Koos in 2015 wordt gevraagd om stadswandelingen in Weert te begeleiden, gaat hij daar graag op in. “Ik maak deel uit van een enthousiast team van uiteenlopende types met dito inbreng. Die diversiteit is leuk.” Koos bedenkt en begeleidt verschillende stadswandelingen, zoals ‘Langs bakkers en brouwers’. Een wandeling met aandacht voor de vele bakkerijen en brouwerijen die in vroegere tijden onze vlaai- en bierstad smaak en geur gaven.
Daarnaast start Koos als vrijwilliger in het Toon Hermans Huis. Een inloophuis voor mensen die op wat voor manier dan ook te maken krijgen met kanker. Het dient als ontmoetingsplaats en er worden allerhande activiteiten georganiseerd. Ik voelde me er meteen thuis.” Koos volgt er Jan Caris op, een van de vrijwilligers die er wandelingen begeleidt, en die in 2015 aan kanker overlijdt. Koos ziet dat samen wandelen in de natuur de mensen goed doet en ziet er mooie contacten ontstaan. “Ik voel me vereerd in de voetsporen van Jan Caris te treden. Jan is wat mij betreft een boegbeeld van positivisme in barre tijden. Hij liet zien dat mensen die ziek zijn vanuit een oerkracht hun grenzen verleggen en zich meer gaan focussen waar het in het leven echt om draait. Ik dacht nog, als mij ooit zoiets overkomt, hoop ik dat ik er hetzelfde in kan staan.”
En dan…
Niet lang daarna gaat Koos voor een simpele check-up naar de dokter. En ook bij hem is het goed mis. Er wordt prostaatkanker geconstateerd. Koos: “Een harde werkelijkheid die goed tot me moest doordringen. Tegen een vriend die vrijwilliger was in het Weerter hospice grapte ik: “Ga ik als vrijwilliger in het Toon Hermans Huis aan de slag, krijg ik potdomme zelf kanker. Maar goed dat ik niet in het Hospice werk, dan was het anders afgelopen!” Hier in het Toon Hermans Huis wordt veel gelachen. Tuurlijk wordt er gepraat over hoe men leeft met de ziekte, maar bovenal is er plezier, een gevoel van steun en ontspanning.”
Koos houdt er zich, ook tijdens zijn ziekte, bezig met het organiseren van verschillende initiatieven ten behoeve van kankeronderzoek. Sinds enkele jaren organiseert hij samen met een team vrijwilligers de zogeheten Jan Caris Tocht. Een tocht ter voorbereiding van de Mont Ventoux beklimming. Aan zijn pols prijkt het armbandje als bewijs van deelname aan deze bijzondere klim vanuit ‘Groot Verzet tegen Kanker’. “Zeven weken na mijn prostaatoperatie beklom ik, weliswaar te voet, die indrukwekkende Mont Ventoux. Het is een prachtige, intense ervaring die ik voor altijd met me meedraag.”
“Waar andere Toon Hermans Huizen veel inspelen op praten met elkaar, ligt de nadruk hier in Weert voornamelijk op het actief bezig zijn met en voor elkaar. Het typeert in mijn beleving het karakter van de Weerter bevolking. Niet klagen maar dragen, en dóór. Mooi vind ik dat. Ik weet niet precies wat de toekomst mij brengt, maar ik hoop dat ik er zo lang mogelijk op die manier in kan staan.”
CV
Als klein menneke wilde hij net als Melkboer Driek rijden op de melkwagen met trekpaard. Hij is ontzettend trots dat hij zich Weertenaar mag noemen. Zijn tip aan de Weert Magazine lezers: “Hou het simpel, en blijf bij jezelf. En, ga samen dwalen! Er is zoveel moois!”